Forensisch arts Zwolle gaat in hoger beroep
Gepubliceerd op:03-12-2016 | Bijgewerkt op04-12-2016 12:54

De forensisch arts die op 17 november jl. door de Rechtbank Zwolle werd veroordeeld wegens meineed, legt zich niet neer bij het vonnis van de Rechter. Dit liet zijn advocaat Hans Anker gister aan diverse media weten.

De collega kreeg een voorwaardelijke taakstraf opgelegd van 180 uur, nadat de Rechtbank het bewezen had geacht dat hij als beëdigd deskundige opzettelijk een onjuiste verklaring had afgelegd in een strafzaak. De forensisch arts was in deze zaak tot de conclusie gekomen dat er sprake was van een niet natuurlijke dood door hoofdletsel, opgelopen bij een val van de trap, waarbij een verhoogde valneiging van overledene zou hebben bijgedragen aan de val. Hij had onder ede verklaard dat hij deze conclusie mede had gebaseerd op medische gegevens die hij de dag van de lijkschouw telefonisch had verkregen van de huisartsenpraktijk waar overledene stond ingeschreven

Er was echter geen registratie of ander overtuigend bewijs van de aangedragen telefoongesprekken met de huisartsenpraktijk, anders dan in de verslaglegging van de forensisch arts zelf. De Officier van Justitie en de Rechtbank waren van mening dat de forensisch arts met opzet onjuiste informatie over de telefoongesprekken heeft gegeven, om te verhullen dat hij zijn werk niet naar behoren zou hebben uitgevoerd.

Saillant detail is dat de belgegevens van de telefoonprovider niet meer beschikbaar zijn als bewijs. Deze waren door de provider, conform de toen geldende wetgeving, uit privacy-oogpunt na één jaar vernietigd. Sinds 2015 bestaat er geen wettelijke bewaarplicht meer voor de providers van internet- en belgegevens.