Ingeslotenen: Richtlijn excited delirium syndroom, samenwerkende instanties Amsterdam 2013

Aanbevelingen van werkgroep met vertegenwoordiging uit GGD Amsterdam, Politie Amsterdam-Amstelland, Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, Ambulancezorg Amsterdam, Event Medical Service


SAMENVATTING

Deze richtlijn heeft betrekking op personen die verkeren in een acute opwindingstoestand ofwel opwindingsdelier, waarvoor de hulp van verschillende professionals wordt ingeroepen. Potentiële gebruikers van de richtlijn zijn de meldkamer, politie- en ambulancepersoneel, forensisch artsen en verpleegkundigen, personeel op spoedeisende hulpafdelingen en de psychiatrische crisisdienst.De richtlijn is het product van een werkgroep bestaande uit experts uit deze verschillende werkvelden. De gegeven aanbevelingen zijn met name gebaseerd op de meningen van de werkgroepleden omdat er op dit moment nog weinig systematische wetenschappelijke literatuur bestaat over het syndroom.

Aanleiding voor het opstellen van de richtlijn was het overlijden van personen met EDS-verschijnselen in Amsterdam in het verleden. EDS staat voor excited delirium syndroom. Dit syndroom kenmerkt zich door extreem agressief of gewelddadig gedrag en het niet opvolgen van aanwijzingen van politie en hulpverleners. De persoon lijkt buitengewoon sterk, wordt niet moe ondanks sterke inspanning en is ongevoelig voor pijn. Medisch gezien is sprake van een veranderde bewustzijnstoestand, oververhitting (hyperthermie), verzuring (metabole acidose) en rhabdomyolyse (afbraak van spierweefsel). Een vechtpartij met de politie of hulpverleners kan de opwinding verergeren en het hart extreem belasten. Juist als de persoon onder controle gebracht is en ogenschijnlijk rustig wordt, is het mogelijk dat de persoon alsnog overlijdt.

Uit literatuuronderzoek blijkt dat een dodelijk afloop van EDS met name bij mannelijke cocaïnegebruikers tussen de 30 en 40 jaar is beschreven. Naast cocaïne worden ook andere stimulerende middelen (zoals bv amfetamine) met EDS in verband gebracht. Daarnaast blijkt een deel van de in de literatuur beschreven EDS patiënten geen “drugs”gebruikt te hebben, maar leed aan een psychiatrische ziekte. Als verklaring voor het optreden van EDS bij beide patiëntengroepen (stimulantiagebruikers en psychiatrische patiënten) wordt overprikkeling van het sympathisch zenuwstelsel (‘adrenerge overstimulatie’) aangevoerd.

Het advies van de werkgroep is om personen die in een acute opwindingstoestand verkeren niet naar een politiebureau te vervoeren, maar naar een ziekenhuis te brengen. De-escalerend optreden is van groot belang om verdere opwinding en overbelasting van het hart te voorkomen. Daarnaast is snelle sedatie met behulp van benzodiazepines in een gecoördineerde actie tussen de betrokken hulpverleners geïndiceerd. De richtlijn biedt per beroepsgroep concrete aanbevelingen met betrekking tot de omgang en de behandeling van personen met verschijnselen van EDS.

Veranderende wetenschappelijke inzichten en knelpunten bij de implementatie in de praktijk zullen nieuwe informatie opleveren. Hierdoor zal het noodzakelijk zijn deze richtlijn binnen enkele jaren door te lichten en bij te stellen.


De complete publicatie vindt u hier.